bloghead

bloghead

zondag 31 juli 2016

Donderdag 21 juli 2016: Canada, here we come



Vandaag is onze nationale feestdag, en hoe beter vieren dan van het ene land naar het andere te rijden. We pakten alles rustig in deze morgen, genoten van een ontbijtje in de cabin en vertrokken naar Glacier NP. Om ons mamsie te plezieren nam ik toch een andere route dan gisteren, geen kronkelende banen langs diepe afgronden vandaag. We reden vlotjes naar Glacier, gotten de naftebak van de Kurt nog eens vol en reden dan verder naar Many Glaciers. Enerzijds om het prachtige uitzicht van aan het hotel nog eens te fotograferen, en anderzijds, wie weet, hebben we geluk en spotten we nog wat wildlife. 

We zagen geen bighornsheeps op weg naar Many Glaciers, toch eens tijd dat die zich eens laten spotten. We parkeerden op de parking van Many Glaciers en zagen dat het hotel volledig gerenoveerd wordt. Wel jammer voor de mensen die er nu logeren, die hebben geen zicht op de majestueuze ingang die het hotel normaal biedt aan zijn gasten. De lederhosen waren wel nog altijd van de partij bij de portiers. We namen wat foto’s van het meer met de bergen erachter en liepen toen terug naar de auto. 


En op de terugweg hadden we prijs. Bijna op dezelfde plaats als gisteren zagen we mensen aan de kant staan. Deze keer zat de beer aan de overkant van de weg, besjes te eten. De ranger die van de partij was wist te vertellen dat het om een grizzly van waarschijnlijk 3 jaar oud ging. We namen onze tijd om lustig te fotograferen, iets waar de beer mooi aan meewerkte, door zich eens van alle kanten te tonen terwijl hij onverstoorbaar verder besjes at. 


Nadat we voldaan waren en de beer besloot het in de struiken te gaan zoeken, reden we verder en sloegen we de weg op richting Canada. Volgende avntuur op onze planning, de grens tussen de VS en Canada over steken. Aangekomen bij de grenspost verliep alles heel vlot. Onze paspoorten werden gecontroleerd, we bevestigden even geen wapens bij ons te hebben, ook geen tasers (wat de vrouwelijke douanier super vond van ons) en mochten toen Canada binnen rijden. Hopelijk gaat de terugtocht binnen een tijdje ook zo vlot. 

We reden de weg verder richting Waterton. Wat een verschil met de Amerikaanse Nationale Parken. Hier is het toch een andere atmosfeer en een ander soort publiek dat rondloopt. We bekeken even de prijzen van de parken en besloten om een jaarpas te kopen voor alle parken van Canada, aangezien we er nog wel een paar op de planning hebben staan. De ranger vertelde ons dat de parken volgend jaar allemaal gratis zijn, dus dat onze jaarpas eigenlijk twee jaar geldig is. Geen weggesmeten geld dus. 

We waren nog wat te vroeg om in te checken in het hotel, dus besloten eerst een hapje te gaan eten. We zagen een wegwijzer naar Vimy lodge en besloten dat maar even te gaan uittesten. We aten lekker met een super uitzicht, twee hertjes die zich te goed stonden te doen aan het grasveld van de Lodge. 
Na het eten reden we verder naar de Cameron Falls, die nog net in het dorpje Waterton liggen. We parkeerden de auto en liepen naar de watervallen. Wat ons direct opviel was dat er hier redelijk veel afval ligt, blikjes, verpakkingen, … Hopelijk wordt dit geen constante in Canada, want als je een iets mag zeggen van de VS, is het wel dat het er heel proper is. 


Ondertussen was het ongeveer tijd geworden om ons in te checken, dus deden we dat maar eerst. We zaten op het eerste verdiep en sleurden onze bagage naar boven. Nadat alles zowat op zijn plaats was gezet, kropen we terug in de auto en besloten een ritje richting de Red Rock Parkway, aangezien die gekend is als ideale plaats om wat wild te spotten. We reden eerst nog naar de Bizon Paddock, een klein afgesloten deel van het park waar ze een kudde bizons terug proberen in ere te herstellen met de bedoeling deze op termijn weer in het park te laten grazen, zoals het vele jaren geleden was. We hadden al bijna de hele weg door de Paddock gereden voor we ze eindelijk te zien kregen, de kleine kudde bizons. Maar ook het ritje door de Paddock was door de uitzichten geen straf. 


Na de Paddock sloegen we de Red Rock Parkway op. We reden hem tot helemaal op het einde, waar de de Red Rock Canyon in wandelden. Bovenaan bleek de brug afgesloten, dus keerden we terug naar het beginpunt langs hetzelfde wandelpad. 


We reden terug naar onze logeerplaats en zagen plots mensen aan de kant van de weg staan. Zo zagen we maar liefst vier beren. Een berin met twee cubs die de heuvel op aan het klimmen waren, en een klein stukje van hen nog een yearling. Geen idee of ze allemaal samen hoorden, maar die twee cubs waren toch lief om naar te kijken. We bleven kijken tot ze helemaal in het bos verdwenen waren. 


Bijna terug aan het hotel, draaiden we nog even de parking op om een foto van het Prince of Wales-hotel te nemen. De zon was bijna aan het ondergaan, waardoor het hotel nog in de zonnestralen stond terwijl de rest al in de schaduw zat. Het is een mooi plaatje, en een heel bekend plaatje, een beetje het uithangsbord van het park. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten