bloghead

bloghead

zondag 21 juli 2013

dag 17: glacier np: dag 2

Na wederom een luidruchtige nacht en een veel te vroege ochtend in Many Glaciers, pakten we onze koffers, want vandaag verhuizen we naar de andere kant van het park. We reden een stukje terug naar de going to the sun route. Net voorbij de inkom van het park zagen we een coyote over de weg lopen. Haha, die hadden we nog niet gezien op onze reis. Nog eentje om toe te voegen aan de lijst van wildlife.


We reden in een ruk door naar Logan pass, waar het alweer druk was op de parking. Ik had geluk dat er net iemand weg reed, dus kon ik me parkeren. We namen wat drank mee, fototoestel en onze goede moed en begonnen aan de wandeling naar Hidden Lake. We hadden vooraf voorgenomen tot aan de overlook te wandelen, en je kon ook niet verder dan dat punt, de rest van de trail was afgesloten wegens bear activity.

We begonnen aan de trail en klommen gestaag omhoog. Het pad gaat over houten planken en een heleboel treden naar boven. We genoten van de prachtige landschappen om ons heen. Je kijkt uit op de rug van de Continental Divide, de bergrug die de afwatering van Amerika in twee verdeelt, aan de ene kant stroomt alles naar de Atlantische oceaan, aan de andere kant stroomt alles naar de Stille Oceaan. We hadden de divide ook al een paar keer overgestoken in Yellowstone, en ook vorig jaar in de Rocky Mountains.

In de verte zagen we enkele bighorn sheep grazen, maar ze waren amper met het blote oog te onderscheiden. Verder geen activiteit langs het pad. Geen bighorns, geen mountain goats, enkel heel veel wandelaars. Onder andere van die leuke belgen die dan tegen elkaar op moeten boksen in machogedrag en verklaren dat ze de trail rapper achteruit kunnen lopen dan de meeste mensen hem hier vooruit doen. Man, ga dan de backcountry in he, hebben enkel de beren last van jou.

We zijn er niet geraakt, op de overlook, maar we waren heel dicht bij. Geen fysieke tegenstand, maar sneeuw en wandelsandalen, het zijn geen vriendjes. Mamsies riekertjes waren al helemaal geen partij voor de sneeuw en dus moesten we al glibberen en glijdend de aftocht blazen. Jammer, we waren er bijna.

Na de trail reden we deze keer langs de andere kant van de going to the sun road verder. Net nadat we logan pass verlaten hadden was het dan toch raak met de wildlife. Ik zag bij een kleine parking mensen omhoogwijzen. Ik had net een klein plaatsje voor ons groen geval en keek ook maar even mee omhoog. Eerst zag ik enkel een bighornsheep, maar toen zag ik plots de grote publiekstrekker. Een stelletje mountain goats. Deze witte berggeiten vind je enkel op hoge rotswanden. De mamsie had in Yellowstone al enkele exemplaren uit de verte kunnen zien, maar ik toen niet, omdat ik achter het stuur zat en het dak van de jeep in de weg zat. Deze keer was er geen belemmering.

Het leverde een mooi tafereel op, een bighorn sheep dat eens even een dikke nek ging opzetten bij de mountain goats, maar die lieten zich niet van hun plaats verdrijven, waardoor ons dikkenekske de aftocht moest blazen. Hij ging dan maar even gewillig poseren voor de talloze camera’s die er ondertussen op hem gericht stonden. Toen hij genoeg van de aandacht had, liep hij verder, net de richting uit waar wij stonden. En toen viel zijn oog op die prachtige groene jeep en werd hij op slag verliefd, hij kwam dichter, en dichter en dichter, tot hij niet meer dichter kon omdat hij anders met zijn sjokkedijzen van de rots ging tuimelen. Oja, de ontspanner mocht veel klikken.

Na dit mooi plaatje reden we verder de berg af. We stopten een paar keer langs de weg, onder andere bij een sneeuwhoop die mooi gedrappeerd lag op de rotsen, en waar een stel stoere motards als kleine kinderen mee aan het spelen was. Mannen hé :p

We reden de hele weg af tot in Apgar, maar moosjes zagen we niet onderweg. We checkten in in de Village inn in Apgar, gingen naar het visitor center, wat had je anders gedacht, en gingen eten in Eddie’s corner. Daarna reden we nog even een stuk van de weg omhoog, maar behalve mooie zichten op de ondergaande zon die de dalen in een heel mooi licht plaatste, kregen we niet te zien.

Onze buurmannen lagen al lekker onder de wol, want die gingen om kwart na vijf de zonsopgang trekken, samen met hun buurman. Oja, het was de camera-en-statieven club naast onze kamer. Boys en their toys, zeggen wij dan maar.

dag 16: glacier NP: dag 1

We worden wakker en genieten terug van het prachtige uitzich dat we vanuit onze kamer hebben. Jammergenoeg is het uitzich een van de weinige positieve dingen van onze kamer. Onze kamer is de laatse van de gang, en ligt net naast de trap, waardoor we vanaf halfzes 's morgens mogen genieten van de vroege vogels die al door het hotel wandelen. De kamer naast ons, die een verbindende deur heeft die nu op slot is, herbergt twee tieners, waarvan de jongen blijkbaar graag eens roept in zijn slaap, ook al zo gezellig.


We installeren ons nog maar eens op het balkon om te ontbijten. Pure luxe en zoveel lekkerder dan in het restaurant, en bovendien ook veel goedkoper.


We voorzien proviand voor onderweg en rijden eerst en vooral naar een stukje NP dat door de meeste bezoekers niet wordt bezocht. Two Medecine Lake is een stukje dat weg ligt van de Going to the sun-road, de grote trekpleister van dit park.

We stoppen bij de running eagle-falls en wandelen de korte trail naar de waterval. De trail is vlak en gaat door het bos, en wordt toch door aardig wat mensen gewandeld. Aan het einde van de trail kom je bij de rivier waar je de watervallen al kunt zien liggen. Om ze nog beter te zien moet je over een smal bruggetje zonder leuning naar de overkant, en hiervoor past de mamsie.

Ik ga dan maar alleen het kleine stukje verder en maak wat plaatjes van de waterval. Het is best een mooie waterval, die geheel tegen traditie van de indianen in, naar een vrouw is vernoemd. Terug bij de parking lezen we de legende van deze vrouw.

We rijden verder tot aan het einde van de weg, maar daar is jammer genoeg geen parkeerplaats te vinden. Geen boottochtje voor ons dus. We rijden terug tot aan een parking en wandelen daar de trail naar de Apistokki falls. Deze trail is iets minder dan een mijl lang en eerlijk gezegd, het is niet echt de moeite waard. Wij vonden de apistokki's niet zo speciaal, maar misschien zijn wij ook net iets te verwend met onze watervallen dit jaar. Het was een leuke wandeling door het bos, waarbij we veel onnozelheden hebben verteld, want je bent nog steeds in berenland, en er wordt aangeraden, zelfs op korte trails om toch te babbelen.
We rijden naar East Glacier, waar ik de jeep te drinken geef (dorstig madammeke hoor) en daarna rijden we terug naar Many Glaciers. We stoppen onderweg bij een uitzichtpunt en praten wat met een man die heel geïnterresseerd is in onze taal (waar hebben we dat al meer gehoord). Hij vertelt dat hij deze winter was komen skiën in Zwisterland en dat Glacier NP vaak de alpen van Amerika worden genoemd. Was hij even verschoten van het skiën in de echte alpen. Hij had er zijn ogen uitgekeken op de pistes. En op de prijskaartjes van alles in Zwitserland.

We reden verder en reden bij St Mary de going to the sun route op. We gingen eerst langs in het visitor center en haalden daar stempeltjes en zo van die dingen. We reden verder en hielden onze ogen open. We stopten even bij het Wild Goats Island, een zichtpunt waar je een mooi zicht hebt op het Marylake en de bergen erachter, en natuurlijk een klein eilandje.


Net voor de Sunrift Gorge zagen we een auto in de remblokken gaan en oja, daar stond een beer, netjes naast de weg geparkeerd. Natuurlijk de foute lens op de camera, maar beertje bruin was niet gepresseerd, dus kon ik gerust de andere lens opsteken. Groot onze verbazing toen de chauffeur van de auto voor ons (blond, what's in a name) uitstapte. Tuurlijk, daar heb je even een beer op minder dan vijf meter van je auto staan, ga je even gezellig een babbeltje doen ermee. Dom, dommer, domst!


Toen de beer zijn hielen lichtte, reden wij ook verder. We reden verder tot aan Logan Pass en gingen al eens een kijkje nemen op de Hidden Lake trail, die we voor morgen op de planning staan hebben. Visitor center, check. Stempeltje, check. Sticker, check. We kunnen weer verder. Vanaf hier keerden we terug op onze stappen, de rest van deze prachtige route is voor morgen. In het terugkeren stopten we enkele malen langs de weg om zichten te trekken en watervallen. Die watervallen zijn meestal gewoon waterstromen die van de rotsen langs de weg komen gedonderd.


Eenmaal terug bij het hotel kregen we zowaar nog twee bighorn sheep voor onze auto. Die werden ook nog op de foto gezwierd. We gingen eten in de Swiftcurrent in en gingen onze tweede rumoerige nacht in.