bloghead

bloghead

dinsdag 27 januari 2015

dag 12: Watkins Glen naar Niagara Falls

Vandaag stond een waterig dagje op het programma. We gaan van kleine watervallen naar de grootste watervallen van al.
We begonnen de dag bij Watkins Glen. Wel, eigenlijk begonnen we de dag bij drie scrapbookwinkels, allemaal op een paar honderd meter van ons hotel, en allemaal gesloten tot 10u omdat het zondag was, mamsie stelde nog voor te wachten, maar ik besloot toch maar door te rijden.
En dus begonnen we onze dag bij Watkins Glen. Het was een grijze dag en onderweg ernaartoe begon het wat te druppelen. Ik had op een blog van fotografen gelezen dat harde zon niet leuk was om te fotograferen in de kloof, maar zo'n grijze dag is ook niet zo gezellig.


We parkeerden de auto bij de onderkant van de kloof en namen de shuttle naar boven. Daar stapten we uit en begonnen aan de Gorge Trail. Deze leidt via een heleboel trappen naar het onderste deel van de kloof en vol goede moed begonnen we eraan. de meeste trappen zitten eigenlijk in de eerste honderd meter van de kloof, en we zagen veel mensen die de kloof in de andere richting wandelden al puffend bovenkomen. 


Het begon ondertussen al een beetje te druppelen, bovendien had je ook nog water die langs de rand van de kloof naar beneden viel. We hadden voor de zekerheid maar onze regenjassen meegenomen, en waren blij, zo waren we tenminste niet helemaal doorweekt. 

Ik had mijn statief niet mee op reis, en water is vaak mooier als je het met iets langere sluitertijd kan fotograferen. Aangezien veel van de kloof aangelegd is op houten boardwalks, heb je ook heel vaak trilling van de mensen die voorbijkomen. Ik probeerde toch enkele foto's te maken met iets langere sluitertijd. 

Ondertussen was het goed aan het doorregenen, maar eigenlijk merkten we daar niet zoveel van, aangezien we nu ook onder en achter kleinere watervallen doorliepen. 


Nadat we beneden aangekomen waren en ons een beetje laten opdrogen hadden, reden we verder richting Niagara. Ik had via het Alles Amerika-forum de locatie van een begraafplaats gevonden die aangeprezen werd. De regen bleef ons vergezellen en dit gaf het bezoek aan deze plaats een extra sfeer. Het was niet zoals ons bezoek aan Barre Hope Cemetery, waar het zonnig en licht was, en volop zomer. Dit weer en dit bezoek deed ons eerder aan de herfst denken. De begraafplaats van Rochester is ook veel donkerder, en veel ouder. We reden met de auto want ook deze begraafplaats is heel uitgestrekt. Toen we de begraafplaats opreden zagen we een bordje: Hunting forbidden. Jagen? Op een begraafplaats? Gekke Amerikanen! 


En toen zagen we plots iets bewegen tussen de graven. Nee, geen zombies, maar wel enkele hertjes die lagen te herkauwen op hun gemak. Ok, nu begrepen we het bord, no hunting. 


We lieten deze prachtige begraafplaats achter ons en reden richting Canadese grens. We hadden anderhalf jaar geleden eens een dagje de Niagara Falls bezocht, maar toen was alles nog bevroren (wat op zich ook schitterend was), en wilden deze watervallekes een zomerse herkansing geven. We besloten aan de Canadese kant van de grens te overnachten en moesten dus de grens over via de Rainbow Bridge. Blijkbaar waren we niet de enigen met dit idee en het was dus aanschuiven geblazen op de brug.


We reden naar onze B&B die heel mooi lag, ietsje van de watervallen weg, en dus ook van de drukte weg, want verdorie, wat een zottekeskot was dat zeg. Het leek Disneyland wel. Nadat we ingecheckt waren in de B&B, liet mijn innerlijke mens weten dat zij heel dringend versterkt diende te worden dus reden we terug naar Niagara en zochten een restaurantje om iets te eten. Nadien wandelden we nog even richting de watervallen. Het was er heel druk, maar gezellig druk. We waren nog een aardig eindje van de Canadese Horseshoe-falls verwijderd maar toch voelden we al de fijne waas van water die op ons viel. Wat een kracht zat er in dat water zeg. 
We waren aan de late kant, en de laatste Hornblowers waren reeds volboekt. Ik besliste dan maar om morgenvroeg de boot te nemen aan de Amerikaanse kant. 


dag 11, Lake Placid naar Watkins Glen


We brachten de nacht door in een cabin bij Lake Placid. het was een kleine cabin, maar hij was wel heel leuk gelegen in een bosje, waardoor we 's ochtends bij het ontbijt het gezelschap kregen van een hele gulzige chipmunck en een spechtensoort die ook wel zin had in een stukje brood. De chipmunck was hilarisch, hij probeerde het wereldrecord te vestigen in het aantal broodkruimels in zijn mond stoppen. Beste matinee die we in jaren gezien hebben. 


We reden via de Scenic Byways door de Adirondacks naar het zuiden. We passeerden verschillende meren en zagen plots een bordje staan, watch for crossing turtles. Schildpadden? Hier? Bleek het om een speciale soort te gaan die enkel hier in dit meer leefden en de weg liep dwars door het meer/moeras. We keken toch maar uit de doppen, maar zagen geen schildpadden, wel een hertje dat gelukkig mooi aan de kant stond van de weg. 

 

Toen we over een brug over een meer reden, zagen we een watervliegtuigje. Aangezien ons mamsie gefascineerd is door alles wat vliegtuig is, zette ik me even aan de kant en ging ze foto's nemen. Ze raakte aan de babbel met een Amerikaanse dame wiens moeder en zoontje in het vliegtuig zaten. 
 

We besloten te picknicken langs de weg en stopten bij een zichtpunt waar een picknickbanken stonden. We kregen gezelschap van enkele vriendelijke motards die erop stonden een foto van ons samen te nemen, waar we natuurlijk niet tegen protesteerden. 
Een picknick in Amerika is geen picknick zonder een tafellakentje, en wij hadden het perfecte lakentje mee, onze driekleur. Ideaal van grootte, en ook al zijn de duivels niet meer in het WK, het kan nog altijd dienen. 


We reden verder en kwamen stilaan uit de bergen in de meer bewoonde wereld terecht. Opeens zag ik een vervallen fabriekspand staan aan een kruising, natuurlijk toen ik net de kruising over was. Een streng verboden U-turn later kon ik me er parkeren. een beetje urbex op zijn tijd is nooit verloren. Het pand was evenwel goed afgeschermd en ik heb geen zin in confrontatie met de plaatselijke PD, waardoor ik braafjes buiten de hekkens bleef om te fotograferen. 


We volgden onze route verder en werden vergezeld door treinen. Het was echt mamsies ideale dag, eerst vliegtuigjes, daarna treintjes.  De wagonnekes bleven maar komen, dus ze gaf het tellen al snel op. Ben ik even blij dat we nooit voor de overweg staan als er zo'n trein moet passeren. Kan je gemakkelijk een uurtje kwijt zijn, denk ik zo. 


We reden verder en lieten de interstate links liggen. We volgden de kleinere wegen en kwamen zo door Sharon Springs. Plots ging ik in de remmen, mamsie vroeg zich af wat ik nu weer had gezien. Een kleine wandeling terug leverde een prachtig oud sanatorium op, dat in vervallen staat was. Oja, de urbexer in mij was wakker geworden. Het ging echt om een compleet complex, inclusief tuin waar je zomaar in kon wandelen, maar de vele borden 'Keep Out!' en het feit dat het complex midden in een klein stadje lag, hielden me toch tegen. Er stonden informatieborden bij het pand, met daarop ook foto's van vroeger en hoe het er nu binnenin uitzag. 


Toen we verder reden, het laatste stukje naar Horseheads, waar we overnachtten, dachten we dat het er qua urbex nu wel op zou zitten, maar in het laatste stadje dat we door reden, stopte ik ook nog even. Town of Johnstown leverde een oude kruidenier en een oud hotet (?) op.