Helaas voor ons ook natte plaatjes. Hoe dichter we bij onze bestemming van de middag kwamen, hoe dreigender de lucht eruit begon te zien. We hadden eigenlijk voor deze namiddag een smooth water raft voorzien, maar met het oog op het slechte weer, besloten we deze maar te laten vallen en gingen we gewoon voor een rit door het park. We stopten eerst langs de zichtpunten op de highway. Daar had je al een mooi overzicht op de bergketen. We reden naar Moose en bezochten het visitor center. Ik ging mijn stempeltjes halen en we bekeken de tentoonstelling. Dat moet je de Amerikanen wel nageven, ze weten verdorie heel goed hoe ze een bezoekerscentrum moeten maken hier, rustig opgebouwd, spreken materiaal en ook voor de kinderen heel interactief. Daar kunnen ze bij ons nog wat van leren.
Na ons verplichte stopje in het bezoekerscentrum, reden we verder het park in. We reden de Jenny Lake Scenic Drive, waar we enkele mooie zichtpunten aandeden. Jenny lake op de voorgrond en de bergketen op de achtergrond, postkaartprentjes a volonté. We stopten even bij het Jenny Lake visitor Center voor een kleine hap maar lieten de hidden falls trail aan ons voorbijgaan. Het was ondertussen al in de namiddag en met het slechte weer in gedachten wou ik graag niet te laat naar onze overnachting doorrijden. Ik wist dat we een onverharde weg moesten nemen ernaartoe, en wou deze graag in vol daglicht rijden.
Vandaag zagen we hier en daar wat wildlife, maar jammer genoeg zagen we geen glimp van de elanden die hier in dit park wonen. De weinige elanden die de grote bosbranden in 1988 in Yellowstone overleefden, trokken vervolgens weg uit het park en vestigden zich in Grand Teton. Maar hoe lief ons mamsie ook MoesMOes riep (eland = Moose), de prachtige dieren kregen we enkel te zien in het visitor center (uit brons dan, welteverstaan).
Nadat we op de highway nog even gestopt waren voor een kudde bizons en een auto-ongeluk (de boom kan het niet meer navertellen, de chauffeur hopelijk wel) reden we door naar onze slaapplaats, de Moose Creeck Ranch. Deze Ranch ligt aan de andere kant van de Teton-bergen, en we reden via Jacksons Hole en De Teton-pass richting Victor. Onze slaapplaats lag net over de grens met Idaho, waardoor we de nacht doorbrachten in de vierde staat van onze reis. Het was een hele mooie ranch, afgelegen van de weg, tussen de bergen en weiden. We kregen de Aspen2 cabin toegewezen en voelden ons koninginnen te rijk. Een groot tweepersoonsbed, een grote badkamer met prachtig douchegordijn (moesmoes!) en een volledig ingerichte keuken, met lederen zetel. De mooiste kamer tot nog toe, jammer dat we hier maar een nachtje verbleven. We gingen nog vlug wat inkopen doen in Victor en installeerden ons dan in ons huisje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten