bloghead

bloghead

zondag 7 augustus 2016

Zaterdag 23 juli 2016: van Waterton naar Canmore



Vandaag laten we het Waterton-park achter ons en rijden verder Canada in. Ons einddoel van de dag in Canmore, dat net bij het nationaal park Banff ligt. Onderweg enkele tussenstops gepland. We gebruiken nogmaals het ontbijt op de hotelkamer en beginnen daarna de wagen te vullen. De puzzle begint hoe langer hoe vlotter te lukken en het valt ons op dat we dit jaar precies redelijk compact aan het reizen zijn, geen honderdduizend zakjes die overal rondslingeren in de auto met overal maar een paar dingetjes in. 

Net voor ons vertrek zien we de plaatselijke oldtimer-club passeren. Daar zitten toch enkele juweeltjes bij waar verzamelaars bij ons enkel van kunnen dromen. Toch ook een constante op deze reis, de oldtimers. Haast iedere dag zien we wel iemand met een echte oldie rondtuffen. Sprake van een rage? Iets duurder dan dat Pokémon-gedoe, maar veel smaakvoller. 


We rijden het park uit, jammer genoeg geen beer van de dag langs de weg en slaan af richting Calgary. Toch wat stress aan het begin van de dag, blijkbaar is onze GPS die we Jaren geleden aankochten als een GPS met Verenigde Staten én Canada in realiteit een gps met kaarten van de Verenigde Staten én 1 provincie van Canada, en laat dat nu net die provincie zijn waar we niet heen gaan. Kurtje heeft dorst en ik kijk tijdens het tanken direct eens rond of ze geen wegkaarten hebben van Alberta. Noppes. Maar dan zien we plots een Walmart bij het buitenrijden van het stadje en besluiten we daar halt te houden en ons direct een nieuwe GPS aan te schaffen. We kopen een TomTom met Canada én de VS. Onze vorige madam was toch al aan vervanging toe, want ze vroeg constant om updates die niet meer beschikbaar waren voor haar model. Nuja, we houden haar toch nog bij als back-up, want straks op het einde van de reis trekken we toch nog even de VS binnen. Better safe than sorry, zeggen we maar.
Onder begeleiding van onze nieuwe madam rijden we verder richting Frank. In Frank bezoeken we het informatiecentrum over de grote rockslide die er een eeuw geleden plaatsvond. De gevolgen van die landverschuiving zijn er nog steeds zichtbaar. 


Wat ons wel tegenvalt, is dat de tentoonstelling te betalen is, dat zijn we toch helemaal niet gewend en we besluiten dan maar hiervoor te passen en enkele de informatieborden buiten te lezen (die bovendien ook een goed beeld schetsen van het gebeuren, hebben absoluut niet het gevoel iets gemist te hebben zonder de tentoonstelling). 

 
De mamsie heeft geluk, net wanneer we neerkijken op het stadje Frank horen we de trein aankomen. Een kleine 100 wagonnekes later lopen we terug naar de auto en besluiten hier te picknicken. Lekker in het zonnetje halen we de echte frigoboxtoerist in onszelf naar boven. Heerlijk toch. We komen ook nog een gezin tegen dat op stap is met een kattenreismand, met jawel, hun kat er in. Ze zijn onderweg naar hun  nieuwe woonplaats en besloten even te stoppen. En vonden  het te warm om poezebeest in de wagen achter te laten, dus mag poezebeest even mee op wandel.


We maken nog even een kleine stop in het stadje zelf bij een WO1-monument. Het monument werd opgericht door een nabestaande van drie broers die sneuvelden niet ver van ons thuis. De ene sneuvelde in Sint-Elooi, zowat onze achtertuin. De andere twee broers sneuvelden in Sanctuary Wood en Passchendaele. Alledrie worden ze herdacht op de Menenpoort. Wanneer we terug zijn, gaan we ze eens een bezoekje brengen. 







Daarna doorgereden naar Calgary en een scrapwinkel bezocht. Door een fout adres op hun website kwamen we er net aan toen ze sloten. Ze deden toch de deur open voor ons, maar eigenlijk vond ik winig naar mijn zin. Niet echt mijn stijl. We stopten ook nog even bij de Michaels en reden daarna verder over de Trans-Canada highway naar Canmore. We checkten in in ons hotel en gingen nog iets eten. Mamsie spotte een thai en tja, er werd niet verder gezocht. Lekker en niet duur, perfect.

zaterdag 6 augustus 2016

Vrijdag 22 juli 2016: Waterton NP


Onze eerste volledige dag in Canada. Na een ontbijtje in onze hotelkamer trokken we naar de Bertha Falls. Het was even zoeken in het dorp Waterton waar het begin van de trail nu juist was. Nog iets wat ons opvalt hier in Canada, de bewegwijzering in de Nationale Parken is toch net iets minder uitgebreid en minder duidelijk dan in de Verenigde Staten. Maar na even zoeken hebben we het dan toch gevonden en beginnen we aan de trail naar de Bertha Falls. Een wandeling van een kleine 3 kilometer en een hoogtevershil van 150m. De wandeling begint rustig door de struiken het bos in, maar al snel begint het pad serieus te klimmen. Na anderhalve kilometer klimmen kom je op een uitkijkpunt over Upper Waterton Lake en de bergen erachter. Een prachtig zicht. 



We zijn redelijk aan het blazen van de klim naar dit uitzichtpunt en twijfelen of we verder wandelen naar de watervallen of terugkeren. We komen enkele wandelaars tegen die terugkeren van de watervallen en die weten ons te vertellen dat de grootste klim al achter de rug is en dat het nu niet meer zo ver is naar de watervallen. We besluiten door te wandelen en zijn achteraf heel tevreden met onze beslissing. Het pad loopt verder relatief vlak naar de watervallen, een klein beetje omhoog en een klein beetje omlaag tot aan de brug over de Bertha Creek. Vanop de brug kun je de watervallen wel zien, maar ze zitten precies een beetje verstopt in het hoekje. Wanneer je net voor de brug een klein stukje van het pad afgaat en over wat stenen omhoogkruipt, kun je de watervallen in hun volle glorie zien. We nemen een paar foto’s en genieten enkele ogenblikken van het natuurschoon. 


Daarna wandelen we het pad terug naar beneden. Het is een hele populaire wandeling in Waterton, en we komen dan ook veel mensen tegen. Na de wandeling lopen we terug naar onze auto en zitten nog even in de rode stoeltjes die je her en der in de Nationale Parken van Canada vindt. Ze worden geplaatst op plaatsen die mooie zichten bieden, of een relaxplaats, of historische belang,… Deze stoeltjes geven zicht op het meer en op de bergen en na de wandeling zijn ze een welkom rustpunt. 


Onze magen beginnen te knorren en we beslissen maar iets te gaan eten in het dorp. Niet alleen onze magen grommen, ook in de lucht horen we gegrom van een naderend onweer en jawel, amper zitten we op het terras of het begint te donderen en te bliksemen. We besluiten maar ons te verleggen naar binnen en gelukkig, want enkele ogenblikken later gaan de hemelsluizen open. Het wordt plots heel druk waar we zitten. 

Na het eten rijden we naar het visitor center. Ook hier een verschil met wat we gewend zijn van de Nationale Parken in Amerika. Het is een heel klein Visitor Center maar kijk eens aan, ze hebben er wel stempels. Heb ik natuurlijk net niet mijn boekje mee. Morgen maar eens terugkomen dan. Na het visitor center gaan we naar het prince of Wales hotel. We vinden een plaatsje op de parking en lopen naar binnen. Het is duidelijk te zien dat het hotel dateert uit de tijd van de grandeur. En wanneer je door het raam kijkt, hoef je geen uitleg om te weten waarom net deze plaats gekozen werd voor het hotel. En een extra troef voor de dames, de werknemers dragen er allemaal kilt. 







Na het bezoekje aan de Prince of Wales besluiten we nog even op fotojacht te gaan. We rijdens eerst naar enkele wetlands in de hoop een moosje te spotten voor de mamsie, maar helaas, die laten zich niet zien met dit mooie weer. Op de terugweg zien we een ranger staan en een bordje ‘Bear on the road’. Wel, technisch gezien staat hij niet OP de weg, maar der net naast. Ha, we kunnen alvast een vinkje zetten bij onze beer van de dag. 

We draaien de Red Rock Parkway op in de hoop nog wat ander wild te kunnen spotten. Wanneer je de weg net bent opgedraaid staat er op zeker moment een houten beer, die zodanig geplaatst is dat je denkt dat er effectief een beer staat. Gisteren hadden ze ons ook al vlaggen, en vandaag is het weer van dat. Maar wat blijkt nu, net achter die houten beer zien we zowaar een echt exemplaar lopen. Dat exemplaar heeft echter cameravrees en verstopt zich al snel tussen de struiken. We rijden verder tot aan het eindpunt, maar geen geluk. 

Op de terugweg zie ik plots in mijn ooghoek iets bewegen en ja hoor, daar loopt hij, onze zwarte beer. Op zijn gemak aan het kuieren, zich van geen fotograaf bewust en niemand, helemaal niemand die passeert op dat moment. Op het ogenblik dat hij besluit de weg te dwarsen, komt er net een auto af dus doe ik even teken dat die in de remmen moeten. Beertje steekt de weg over en verdwijnt in de struiken. Een tiental meter verder is er een afslag naar een camping en in een opwelling besluit ik deze in te draaien en jawel hoor, wie staat er even verder op de weg voor een andere auto te paraderen. Onze zelfde beer. De mensen in de auto voor ons laten hem even doen en rijden daarna verder, omdat ze denken dat hij zich niet meer zal laten zien, maar aangezien wij deze avond nergens moeten zijn en het nog lang niet donker is, besluiten we even wat geduld aan de dag te leggen, iets wat  we soms niet genoeg doen en daardoor vast dieren missen. Na wat achteruit rijden met de auto en ondertussen de zwarte plek tussen de struiken in de gaten te houden, wordt ons geduld beloond en laat beertje zich nog eens zien aan ons. Na nog wat foto’s verdwijnt hij definitief uit het zicht.







We rijden verder naar Waterton. We zien geen andere beren meer, maar helemaal op het einde van de weg krijgen we nog een coyote te zien. Mooie afsluiter van deze dag. 


zondag 31 juli 2016

Donderdag 21 juli 2016: Canada, here we come



Vandaag is onze nationale feestdag, en hoe beter vieren dan van het ene land naar het andere te rijden. We pakten alles rustig in deze morgen, genoten van een ontbijtje in de cabin en vertrokken naar Glacier NP. Om ons mamsie te plezieren nam ik toch een andere route dan gisteren, geen kronkelende banen langs diepe afgronden vandaag. We reden vlotjes naar Glacier, gotten de naftebak van de Kurt nog eens vol en reden dan verder naar Many Glaciers. Enerzijds om het prachtige uitzicht van aan het hotel nog eens te fotograferen, en anderzijds, wie weet, hebben we geluk en spotten we nog wat wildlife. 

We zagen geen bighornsheeps op weg naar Many Glaciers, toch eens tijd dat die zich eens laten spotten. We parkeerden op de parking van Many Glaciers en zagen dat het hotel volledig gerenoveerd wordt. Wel jammer voor de mensen die er nu logeren, die hebben geen zicht op de majestueuze ingang die het hotel normaal biedt aan zijn gasten. De lederhosen waren wel nog altijd van de partij bij de portiers. We namen wat foto’s van het meer met de bergen erachter en liepen toen terug naar de auto. 


En op de terugweg hadden we prijs. Bijna op dezelfde plaats als gisteren zagen we mensen aan de kant staan. Deze keer zat de beer aan de overkant van de weg, besjes te eten. De ranger die van de partij was wist te vertellen dat het om een grizzly van waarschijnlijk 3 jaar oud ging. We namen onze tijd om lustig te fotograferen, iets waar de beer mooi aan meewerkte, door zich eens van alle kanten te tonen terwijl hij onverstoorbaar verder besjes at. 


Nadat we voldaan waren en de beer besloot het in de struiken te gaan zoeken, reden we verder en sloegen we de weg op richting Canada. Volgende avntuur op onze planning, de grens tussen de VS en Canada over steken. Aangekomen bij de grenspost verliep alles heel vlot. Onze paspoorten werden gecontroleerd, we bevestigden even geen wapens bij ons te hebben, ook geen tasers (wat de vrouwelijke douanier super vond van ons) en mochten toen Canada binnen rijden. Hopelijk gaat de terugtocht binnen een tijdje ook zo vlot. 

We reden de weg verder richting Waterton. Wat een verschil met de Amerikaanse Nationale Parken. Hier is het toch een andere atmosfeer en een ander soort publiek dat rondloopt. We bekeken even de prijzen van de parken en besloten om een jaarpas te kopen voor alle parken van Canada, aangezien we er nog wel een paar op de planning hebben staan. De ranger vertelde ons dat de parken volgend jaar allemaal gratis zijn, dus dat onze jaarpas eigenlijk twee jaar geldig is. Geen weggesmeten geld dus. 

We waren nog wat te vroeg om in te checken in het hotel, dus besloten eerst een hapje te gaan eten. We zagen een wegwijzer naar Vimy lodge en besloten dat maar even te gaan uittesten. We aten lekker met een super uitzicht, twee hertjes die zich te goed stonden te doen aan het grasveld van de Lodge. 
Na het eten reden we verder naar de Cameron Falls, die nog net in het dorpje Waterton liggen. We parkeerden de auto en liepen naar de watervallen. Wat ons direct opviel was dat er hier redelijk veel afval ligt, blikjes, verpakkingen, … Hopelijk wordt dit geen constante in Canada, want als je een iets mag zeggen van de VS, is het wel dat het er heel proper is. 


Ondertussen was het ongeveer tijd geworden om ons in te checken, dus deden we dat maar eerst. We zaten op het eerste verdiep en sleurden onze bagage naar boven. Nadat alles zowat op zijn plaats was gezet, kropen we terug in de auto en besloten een ritje richting de Red Rock Parkway, aangezien die gekend is als ideale plaats om wat wild te spotten. We reden eerst nog naar de Bizon Paddock, een klein afgesloten deel van het park waar ze een kudde bizons terug proberen in ere te herstellen met de bedoeling deze op termijn weer in het park te laten grazen, zoals het vele jaren geleden was. We hadden al bijna de hele weg door de Paddock gereden voor we ze eindelijk te zien kregen, de kleine kudde bizons. Maar ook het ritje door de Paddock was door de uitzichten geen straf. 


Na de Paddock sloegen we de Red Rock Parkway op. We reden hem tot helemaal op het einde, waar de de Red Rock Canyon in wandelden. Bovenaan bleek de brug afgesloten, dus keerden we terug naar het beginpunt langs hetzelfde wandelpad. 


We reden terug naar onze logeerplaats en zagen plots mensen aan de kant van de weg staan. Zo zagen we maar liefst vier beren. Een berin met twee cubs die de heuvel op aan het klimmen waren, en een klein stukje van hen nog een yearling. Geen idee of ze allemaal samen hoorden, maar die twee cubs waren toch lief om naar te kijken. We bleven kijken tot ze helemaal in het bos verdwenen waren. 


Bijna terug aan het hotel, draaiden we nog even de parking op om een foto van het Prince of Wales-hotel te nemen. De zon was bijna aan het ondergaan, waardoor het hotel nog in de zonnestralen stond terwijl de rest al in de schaduw zat. Het is een mooi plaatje, en een heel bekend plaatje, een beetje het uithangsbord van het park.